3.8 Doubleren of vroegtijdig doorgaan

In de wet op het basisonderwijs is opgenomen dat elk kind een ononderbroken ontwikkelingsgang moet kunnen doormaken op school. Het komt voor dat in de ontwikkeling van een kind duidelijk wordt dat het meer tijd nodig heeft om zich op sociaal-emotioneel gebied en/of cognitief gebied goed te ontwikkelen.
Voor een aantal van deze kinderen komen wij voor de vraag te staan of het al dan niet verstandig is het kind naar de volgende groep te laten overgaan. In het belang van het kind, en na een zorgvuldig afgewogen stappenplan, kan de school besluiten een leerling een leerjaar te laten overdoen.

De volgende stappen worden gevolgd:
-De ontwikkelingen van het kind worden in de zowel in een groeps- als leerlingbespreking aan de orde gesteld.
-Het welbevinden en de totale ontwikkeling van het kind worden in kaart gebracht d.m.v. observatie van leerkracht en intern begeleider en de leerlijnen jonge kind (groep 1 en 2).
-De resultaten van het kind worden vastgesteld aan de hand van methodegebonden toetsen en Cito toetsen (vanaf groep 3).
-Er is regelmatig contact met de ouders over de vorderingen van het kind. Wanneer er zorgen zijn over de ontwikkeling en het welbevinden van het kind, zijn de ouders belangrijke gesprekspartners. Samen met ouders doorlopen wij het proces.
-Binnen de groep en eventueel tijdens ondersteuning buiten de groep wordt er extra tijd en zorg aan het kind besteed.
-Wanneer er sprake van een structurele ondersteuning buiten de groep, worden de ouders hiervan vooraf op de hoogte gesteld door de leerkracht.
-Tijdens de contactmomenten (november-februari) worden de ouders erop voorbereid dat er eventueel een doublure zou kunnen ontstaan.
-De betrokken leerkracht(en) en de intern begeleider gaan in overleg met de ouders over wel of niet doubleren. In de meeste gevallen komen we tot een gezamenlijk besluit. Wanneer dat niet lukt, beslissen de leerkracht(en), Intern begeleider en de directie.
-Het MT wordt van iedere doublure op de hoogte gesteld.
-Wanneer tot een doublure wordt overgegaan, wordt met de nieuwe leerkracht besproken op welk niveau de stof in het doublure jaar zal worden aangeboden.
-Wanneer niet besloten wordt om tot een doublure over te gaan, worden er afspraken gemaakt over de doelen die in het volgende jaar moeten worden gehaald. Indien nodig wordt door externen een onderzoek afgenomen.
-Wanneer na een doublure de resultaten opnieuw tegenvallen, stemmen ouders, school en de schoolondersteuner lopende het jaar af welke mogelijkheden er binnen de school zijn. Wellicht is het speciaal basis onderwijs dan een betere plek voor het kind.
-Doublures vinden vooral in de onderbouw plaats.

Hoog- en meerbegaafde leerlingen worden op grond van observatie, toets- en testgegevens, meer uitgedaagd. De observatie gebeurt onder andere door het afnemen van de quickscan van DHH. In de groep wordt de lesstof wanneer nodig compact aangeboden en aangevuld met verdiepingsstof. In afstemming met de hoogbegaafdheidsspecialist binnen de school, kunnen kinderen geplaatst worden in de plusgroep. Meer informatie hierover vindt u in ons protocol Hoogbegaafdheid. Daarnaast kunnen leerlingen (met een IQ hoger dan 130 of die naar voren zijn gekomen in het DHH) ook deelnemen aan de bovenschoolse plusgroep van De Viermaster (zie 3.17)

<< terug